Rumi – De blinde vlekken van de wereldse mens

De blinde vlekken van de wereldse mens

Hoop is de dove die regelmatig hoort dat wij sterven,
maar nooit gehoord heeft van zijn eigen dood
of stilstaat bij zijn eigen einde.
Hebzucht is de blinde die de fouten van anderen haarscherp ziet
en ze van straat tot straat rondbazuint,
zijn blinde ogen nemen echter van zijn eigen fouten niets waar. Ronddraaiende ogen
De naakte is bang dat hem zijn kleed wordt afgerukt,
maar hoe kun je iemand die naakt is zijn kleed afnemen?
De wereldse mens is behoeftig en dodelijk beangst,
hij bezit niets, toch is hij bang voor dieven.
Naakt kwam hij en naakt gaat hij heen,
maar aldoor is hij doodsbenauwd voor dieven.
Wanneer de dood komt,
is het gejammer niet van de lucht,
terwijl hij zelf in de lach schiet om zijn angst. Lach
Op dat moment weet de rijke dat hij geen goud bezit
en ziet de scherpzinnige
dat zijn talent hem niet toebehoort.

Rumi, 13-de eeuwse Perzische Soefi-meester en dichter

Een andere kijk op Het wezen van de wereldse mens

[1] Toen hij bij Mij kwam zei HIJ: ‘Heer, ik heb U binnen in mij horen roepen! Wat is Uw voor mij altijd boven alles heilige wil?’
[2] IK zei: ‘Niets anders, dan dat je tegen die oude, rijke zonderling genoeg hebt gezegd! Als dat hem niet tot een beter inzicht brengt, zal iets anders hem daar nog minder toe brengen. Maar nu was er wel genoeg gepraat. Het is in je eigen vaderland heel moeilijk de mensen tot de zuivere waarheid te brengen! Want dan hoor je meteen de oude vraag: ‘Waar heeft hij dat vandaan? We kennen hem al van kinds af aan!’ En dan heeft verder onderricht al geen zin meer. Want wie twijfelt aan de persoon van de leraar, twijfelt ook min of meer aan hetgeen hij leert. En als men zulke mensen die in feite toch niet slecht zijn, met wonderen en buitengewone tekenen tot een bepaald geloof dwingt, zou dat betekenen dat opeens hun ziel en hun wil van alle vrijheid worden beroofd; daarom is het beter hen zolang te laten gaan, tot zij tenslotte zelf om meer uitleg komen vragen.
[3] Mochten er echter tijdens die paar dagen dat wij hier zijn toch nog enkelen meer inlichtingen over Mij komen vragen, vertel hun dan niet te veel over Mijn tekenen en vooral niet over die welke geheim moeten blijven, maar geef slechts aanduidingen; vertel hun echter vooral wat zij moeten doen om het eeuwige leven te verkrijgen. Zijn ze daar niet tevreden mee, laat hen dan gaan; want het is niet goed om edele parels als voer voor de zwijnen te gooien. Wie het kleine niet eert, is echt het grote niet waard!

Nieuwe openbaring
Gedichten van Rumi

Gepubliceerd op
Gecategoriseerd als Gedichten