Mysticus Rumi

Rumi

Djelal-oed-din Roemi (1207-1273; gespeld als Rumi in het Engels) was een Perzisch mysticus, levend en werkend in de traditie van het Soefisme, een mystieke stroming binnen de Islam. Roemi’s centrale thema is de liefde voor en het verlangen naar de eenwording met God als Beminde.
Boek
Roemi was een erg productief schrijver: zijn hoofdwerken Diwan-i Shams-i Tabriz-i en de Masnavî (Engels: Mathnawi) omvatten respectievelijk rond de 40.000 en de 25.000 verzen. Beide werken horen tot de hoogtepunten van de religieuze literatuur der mensheid. Zij staan vol met anekdotes en verhalen uit zeer diverse bronnen: de Koran, volksvertellingen, grappen, mystieke ervaringen. Maar deze anekdotes en verhalen worden niet verteld omwille van zichzelf; zij zijn steeds bedoeld om een of ander aspect van de geestelijke weg te belichten.

Het openingsvers van ‘Daglicht’ brengt de zeer karakteristieke minne-mystiek van Roemi treffend en heel mooi tot uitdrukking:
De Geliefde is alles, de minnaar slechts een sluier.
De Geliefde is levend, de minnaar een dood ding.
Wanneer Liefde haar kracht gevende zorg onttrekt,
blijft de minnaar achter als een vogel zonder vleugels.
Hoe kan ik wakker en bewust zijn
als het licht van de Geliefde afwezig is?
Liefde wil dat dit Woord aan het daglicht wordt gebracht.
Vind je de spiegel van het hart dof,
dan is de roest nog niet van haar oppervlak geveegd.

Hoe belangrijk de liefde (voor God) in de spiritualiteit van Roemi is, moge ook blijken uit het volgende vers:
God heeft Zijn licht
over alle zielen uitgestrooid.
Gelukkig zij die hun mantel openen
om het te ontvangen.
Die gelukkigen zien niets anders dan God.
Zonder de mantel van liefde lopen we ons deel mis.

De teksten in ‘Daglicht’ zijn gekozen uit de eerste twee boeken van de in totaal zes boeken tellende Masnavî. Dat dit werk tot de hoogtepunten der religieuze wereldliteratuur behoort werd mij mede duidelijk omdat ik tijdens het lezen ervan onwillekeurig geneigd was een parallel te zien met een andere klassieker uit die literatuur, nl. de uit de traditie van het Boeddhisme stammende Dhammapada.
Net als de Dhammapada zijn vele van Roemi’s verzen kort maar tegelijkertijd heel krachtig. Sommige van de thema’s in de verzen uit ‘Daglicht’ doen erg boeddhistisch aan. Om er een paar te noemen: het scherpe besef van de vergankelijkheid van de wereld en ons leven; spreuken over de keten van oorzaak en gevolg, die parallellen vertonen met het boeddhistische thema van Karma; het thema van het leven in het hier en nu.

Boeddha

Maar Roemi’s teksten hebben voor Westerlingen één voordeel t.o.v. de boeddhistische wijsheid zoals die bijv. vertolkt is in de Dhammapada: zij zijn ontsproten aan een traditie die dichter bij onze Westers christelijke traditie staat dan de boeddhistische. Wellicht dat Roemi’s teksten daardoor voor Westerlingen wat gemakkelijker ‘na te volgen’ of ‘invoelbaar’ zijn.
Sommige spreuken doen door hun prikkelende raadselachtigheid denken aan de uit het Zenboeddhisme bekende koans. Een voorbeeld daarvan lijkt hier op zijn plaats:
Een doorn in de voet is moeilijk te vinden.
En de doorn in het hart?
Zag iemand die,
dan deed hij nooit een ander verdriet.

Hartje

Eén van de centrale thema’s van Roemi, dat God niet anders dan met het hart te kennen is en dat dogmatiek of leerstellingen geen houvast maar juist een hindernis zijn om tot het besef van Zijn aanwezigheid te komen, zal waarschijnlijk veel mensen in deze tijd erg aanspreken.
Weet dat de spiegel van het hart oneindig is.
Of het begrip valt stil
of het brengt je op een dwaalspoor,
want het hart is bij God,
ja, Hij is het hart.

Dualistische uitspraak

Een voorbeeld van een dualistisch getinte uitspraak van Roemi, waarin tegelijkertijd een kritisch potentieel schuil gaat, is het volgende vers:
Iedereen is zo bang voor de dood,
maar echte soefi’s lachen erom
er is niets dat hun hart tiranniseert.
Wat de oesterschelp treft,
beschadigt de parel niet.

Onderstaand vindt u een klein voorproefje van het boek ‘Het wetende hart’.
Van al je gekunsteldheden weegt je ‘jij-heid’ het zwaarst.
Wie met zichzelf bezig is, blijft verre van Hem.
– CHWADJA ’ABDOELLAH ANSARI,
RASA’EL-E ANSARI

* * *
Een volmaakte moslim is iemand
voor wiens tong en handen de mensheid veilig is
– IHYA OELOEM OEDDIN
* *
Houd je hart van de ochtend tot de avond
en van de avond tot de ochtend
vrij van boosaardigheid jegens wie dan ook.
– TERMIZI

Citaten van een mystiek dichter

Gepubliceerd op
Gecategoriseerd als Gedichten