Het kan anders, het moet anders

Nu even geen ‘blogje’ maar eentje met hoofdletters. Onderstaande column sprak me erg aan en daarom plaats ik hem in zijn geheel.
****

Hoe zou het toch eigenlijk komen dat mensen mij altijd aanspreken op wat ik niet kan?…
Ik kan veel, dat lijkt me duidelijk: schrijven, zingen, praten, lachen, sporten, bier drinken, eten, vrijen; kortom, bijna alles. Ik schreeuw het ook bijkans van de daken: dat ik me uitstekend vermaak en leuk werk heb.
En toch blijven ze vragen stellen, de mensen die aan me kunnen zien dat ik gelukkig ben.

blinde met taststok

Gisteren zaten we op een bankje in het bos. ‘O’, zuchtte een man naast me, ‘wat is het toch jammer dat jij die prachtige boom niet kunt zien’.
Als er nou toch iets is wat ik nooit heb gemist, is het wel het zien van een boom. Hij had ook kunnen zeggen: ‘Jij boft toch maar dat je die boom niet hoeft te zien doodgaan’ of ‘Wat heb jij een mazzel dat je mij niet hoeft te zien’.

Ik denk dat dit soort opmerkingen voortkomt uit onvrede. Degene die zo’n vraag stelt, is blij iemand te zien met een handicap. De vragensteller vindt zijn/haar eigen leven niet zo leuk, maar dat van die gehandicapte is nog veel erger. Zodoende verheft de vragensteller zichzelf.

Het kan ook anders.

Ik las laatst een mooi verhaal over een man in Noorwegen die een programmeerbedrijf was begonnen. Het was hem weleens opgevallen dat autisten zo ontzettend geconcentreerd kunnen werken. Dus dacht hij: weet je wat? Ik neem alleen autisten in dienst. Het werkte geweldig. Om vijf uur, als de werkdag voorbij was, kreeg hij ze niet naar huis.

Het kan anders, en het moet anders.

Vorig jaar was ik op de Paralympics in Athene. Dat zijn de Olympische Spelen voor iedereen die iets mist. Een been, een arm, het maakt niet uit, als je maar iets niet hebt. Het viel me op dat die sporters eigenlijk veel meer ‘spirit’ hadden dan valide sporters. Eindelijk werden ze eens aangesproken op wat ze wel konden, in plaats van altijd maar weer dat negatieve gezeur van de valide medemens. Er werd voor de TV een jongen geïnterviewd die zilver had gewonnen bij het hardlopen.
‘Zo’, riep de verslaggever, ‘je hebt niet hard genoeg gelopen hè? Je baalt zeker als een stekker?’
‘Nee hoor’, zei hij, ‘ik heb zo hard gelopen als ik kon, maar er was gewoon iemand die harder liep.’ Hardloper

Dat is de goede geest. Als we dat nou eens allemaal zouden doen, daar zou het land een stuk van opknappen.

Zo, nu ga ik weer naar het bos. Even voelen of die boom er nog staat, en misschien horen we straks in de schemering wel nachtegalen…
Ik hoop maar dat die man er niet zit, met zijn vragen want dat zou jammer zijn…
Hij praat altijd door de mooiste vogels heen. Hij hoort ze niet.
Vincent Bijlo

Website Vincent

14 reacties

  1. Ik denk dat een handicap vaak door mensen zonder handicap ook als een belemmering wordt ervaren. Ze staan inderdaad niet stil bij wat je allemaal wel kunt, maar gaan voor die mensen met een handicap denken. En juist omdat zij wel alles kunnen gebruiken, zullen ze altijd de negatieve kant op denken. Zo ervaarde ik dat bij mezelf vandaag ook. Ik zit bij een jeugdvereniging, waar we allerlei kinderen in de groepen hebben zitten. Ikzelf draai een groep met een meisje, wat nu 16 jaar is. Ze is echter nog geen 1.40 hoog, heeft aan iedere hand slechts vier vingers, heeft broze botten en breekt heel gemakkelijk iets, mist nu een been omdat daar een paar jaar geleden kanker in was geconstateerd en heeft een levensverwachting van ongeveer 15 jaar. Kortom: Ze zit al over die levensverwachting heen! Toen ze ooit bij de vereniging kwam als 7 – jarig meisje, hebben we echt zitten denken: Wat kunnen we dan niet meer doen? Daarna sloegen we om in: Wat kunnen we allemaal doen, zodat zij ook mee kan doen en er plezier aan kan beleven? Dat bleek dan in de praktijk heel erg mee te vallen. Het enige wat we extra moesten doen was zorgen voor schaduw op kamp, omdat ze ook een zware zonneallergie blijkt te hebben en een heel dunne huid en we moesten een fietskarretje meenemen omdat ze niet kon fietsen. Dat was het! Inmiddels is ze wel doof geworden, al verstaat ze alles redelijk met haar gehoorapparaat. Ze kan ook liplezen. Ze zit nu bij de oudste groep bij mij. Een groep die heel veel actieve dingen doet, zoals abseilen, kanoën, etc. Ik heb met moeder gesproken en gezegd dat we niet alles kunnen aanpassen, maar dat we het zeker zouden proberen. (Moeder had namelijk haar twijfels of ze wel over kon naar de oudste groep. Ze had al langer bij voorgaande twee groepen gezeten, omdat ze sociaal gezien ook niet echt meeliep) Nu, een paar maanden later blijkt het allemaal eigenlijk heel erg mee te vallen. Ze hobbelt lekker mee, doet alles op haar manier en tempo en de andere ‘gewone’ kids zijn haar al vanaf de allereerste dag gewend en kijken helemaal niet anders naar haar. Ze krijgt feedback, krijgt ook wel eens een kattig woord en geeft dat wel eens terug. Ze wordt betrokken bij alles wat we doen en vandaag waren we toevallig in Drievliet. Ze is in elke attractie geweest die er te vinden was! Met kunstbeen en al! En het maakte eigenlijk ook helemaal niet uit. Ik besefte wel ineens dat ik bij de boot me extra zorgen begon te maken. Ze is al zo klein en zat erg los in die boot. Toen de boot echter aan het schommelen was en ik haar daar zo helemaal uit haar dak zag gaan van plezier, bedacht ik ineens dat ik me ook extra zorgen maakte om mijn zus en de andere kids uit de groep. Eigenlijk was er dus niets aan de hand! Heel normale gevoelens! Op kamp maar gewoon weer het fietskarretje mee dus! Alhoewel ze inmiddels ook gewoon zelf kan fietsen! 😉

  2. Bedankt voor je reactie. Je gaf een goed voorbeeld uit je eigen praktijk! Dat is mooi om te lezen, hoe gaandeweg je manier van denken veranderde.
    Het is ergens wel logisch dat mensen kijken naar wat iemand met een handicap niet kan. Tenminste, zolang ze die persoon niet van nabij kennen en er weinig van afweten.
    Je maakt je een voorstelling van hoe je denkt dat het zou zijn om blind, doof of anderszins gehandicapt te zijn, en dan denk je het eerste aan wat je niet meer kunt. Wegstrepen dus, zoals ik in het begin ook deed.
    Dat geeft niet, als mensen maar een open houding hebben. Ik heb liever dat ze me vragen of ik iets kan en hoe ik dat dan doe, dan dat ze ervan uitgaan dat ik het toch niet kan, en het niet eens checken.

  3. Zie het! De reacties kruisten idd! Maar je hebt wel gelijk denk ik. Als je iemand niet goed kent is het allemaal toch wat ‘enger’, als je begrijpt wat ik bedoel. En dat vragen naar wat je kan en hoe je dat doet, is een bepaalde (gezonde) mate van nieuwsgierigheid, die niet iedereen heeft denk ik. Ik heb dat dan weer wel. Maar ik heb bijvoorbeeld ook een gehandicapt nichtje. Dat zijn toch dingen waar je mee opgroeit. En dat is met de kids van de vereniging ook zo. Daarom zeg ik ook altijd heel stellig: Jong geleerd is oud gedaan! Het werkt toch ècht zo. En zo kunnen we met z’n allen een steentje bijdragen aan de samenleving! Als wij ouderen dit nu wel zo gaan doen, nemen de jongeren dat vanzelf denk ik wel over. Zeker als kinderen jong zijn kopiëren ze van ons. Interessant onderwerp Kim! Ik dwaal er zelfs helemaal van af! Je kan eigenlijk nu zoveel dingen erbij halen die oorzaken zouden kunnen zijn van… Snap je?

  4. Ja, snap ik. Filosofeer er maar gerust op los. Ach weet je, het is ook heus niet allemaal kommer en kwel. Een gezonde nieuwsgierigheid, prima. Terughoudendheid? Ook goed. Maar soms, soms vind ik het jammer als mensen er moeite mee hebben me te benaderen. Ik ben echt geen buitenaards wezen. Het is wennen, logisch, je moet mij anders benaderen omdat je geen oogcontact kunt maken.
    Wat ik zelf leuk vind om te doen en wat denk ik ook wel goed is, is voorlichting geven op scholen. Ik houd nooit een standaard praatje. Ik laat de kinderen zelf komen met vragen. Dat is heel wisselend, afhankelijk van de leeftijd. Waar zij zich mee bezig houden, daar stellen ze vragen over. Kan heel leuk zijn, af en toe komisch, maar altijd goed. En thuis praten kinderen er weer over, en met elkaar, en zo zien en ervaren ze dat mensen met een handicap ook een normaal (?) leven leiden, van alles kunnen en doen, maar soms net op een andere manier dan zij gewend zijn.
    En de oorzaak? Tjee, die kunnen talrijk zijn. Angst voor het onbekende, angst fouten te maken…? Ik weet het niet.

  5. En dat is eigenlijk nu precies de essentie! Als kinderen kopiëren van volwassenen, in hun gedrag naar mensen met een handicap, waarom zouden ze dan niet kunnen kopiëren van mensen met een handicap in hun gedrag naar volwassenen toe? (Zo hé, die is wel heel diep!) Maar zo werkt het wel. De kinderlijke eenvoud heeft vaak nergens problemen mee. Wij volwassenen creëren die problemen. Misschien dat ik er wel zo dichtbij sta omdat ik met kinderen werk? Dan word ik dagelijks gewezen op dingen waar ik me druk om kan maken, terwijl dat eigenlijk helemaal niet zo belangrijk is! 😀 ‘T is dat je ver weg woont, anders had ik je zeker eens uitgenodigd voor mijn klas! Dat zou vast een heel boeiende les worden denk ik!

  6. Bij mij zeggen ze vaak na een heel mankementenverhaal over zichzelf. “Voor jou is het ook rot, maar je bent het gewend, je weet niet beter” Heel soms ga ik daar nog tegenin, want natuurlijk weet ik wel beter. Ik denk dat inderdaad veel uit onvrede zo gezegd wordt. Niemand is meer tevreden lijkt het wel, men kan ook niet meer genieten van de geuren in het bos. Als ik zo om me heen kijk en de verhalen hoor, ben ik gelukkiger dan de mensen in mijn omgeving. Een handicap is niet zo erg, als ze eens gaan kijken naar de dingen die je wel kunt, ipv wat je niet kunt.

  7. Mooie reactie, Peggy, waar ik het volkomen mee eens ben. Toen ik net blind werd was het een kwestie van wegstrepen. Dit kan ik niet meer, dat niet. Maar na verloop van tijd veranderde dat en werd het optellen. Dit kan ik nog wél, en dit ook. En daar ging ik juist van genieten, ik ging aan andere dingen in het leven waarde hechten, wat ik als een verrijking ging ervaren. Het is een wereld van verschil, van benadering.
    Tactloos hoor, om te zeggen dat het voor jou niet zo erg is, omdat je niet beter zou weten. Dat kan een ander toch niet bepalen voor je? Het is alsof ellende op een weegschaal wordt gelegd, en dan maar kijken wat het zwaarste weegt!

  8. Het verhaal van Patrick vind ik eerlijk gezegd mooier dan dat van Bijlo, het raakt me meer, omdat het recht uit het hart komt en niet over nagedacht zoals bij een column (vaak) het geval is.

  9. Dank je wel annabee. Dat zijn erg aardige woorden. Alhoewel ik het zelf natuurlijk niet zo zie. Ik ben het inmiddels wel gewend. (Spreek trouwens altijd vanuit mijn hart hoor! Dat werkt toch het beste) Maar niet iedereen werkt met kinderen en soms vergeten volwassenen wel eens de dingen die ze vroeger hebben geleerd of ‘gewoon’ vonden. En als je daar dan niet meer echt bij stilstaat (waar ik overigens min of meer toe word gedwongen omdat ik met kids werk, wie weet hoe ik het anders had gedaan?) verlies je dat wel eens uit het oog. Voorbeeld: iemand die klaagt over voetballen in straat en de herrie. Vroeger hebben we het echter allemaal gedaan om plezier te hebben, toch? :Glimlach:

  10. Ja Patrick, dat is een kwestie van je kunnen verplaatsen in een ander, en niet altijd je eigen belang op nummer 1 zetten. Beetje kunnen relativeren is ook nooit weg.
    Anna, ja Patrick zijn voorbeeld is mooi en sprekend. Dat van Vincent spreekt mij ook erg aan, maar dat komt vanuit de herkenning die ik erin terugvind.

  11. Hoi Kim
    Vind dit ook weer interessant hoor!
    Ook ik vind het toffer als mensen uitgaan van mijn capaciiteiten en dingen die ik kan, dan van dingen die ik helemaal niet kan. Oké, het is logisch: een blinde persoon kan niet zien.
    Maar wat kan ik wel? Dat is in mijn geval best een heleboel!
    En ik heb zelfs extra troeven, bedenk ik me dan soms: Ik kan lekker lezen wanneer het donker is, en niet te vergeten: Ik kan mij net als waarschijnlijk nog een boel andere blinden en slechtzienden, beter concentreren op auditieve signalen, juist omdat ik niet afgeleid kan worden van andere visuele prikkels. Tactiel vind ik me zelf niet echt veel beter al moet ik wel bekennen dat ik wel heel snel kan typen :).

    En ik doe echt nog wel visuele dingen, in tegenstelling tot wat sommige mensen zelfs denken, want mensen gaan er echt van uit dat ik niks visueel meer kan doen. Dat is dus verkeerd gedacht. Maar iedereen is anders, ook blinden. Mijn hobby is heel visueel: Waar ik ga en waar ik sta, mijn digitale camera heb ik altijd bij mij. In mijn dromen maak ik foto’s en zie ik beelden. En … Het is hier nog steeds aardedonker :d. Maar ik heb nog gezien, weliswaar heel slecht, maar ik kan mij nog steeds een beeld vormen van dingen, en vind het leuk en tegelijkertijd voor mezelf belangrijk om die dingen te bewaren, dus maak ik er foto’s van.
    Ondertussen vertelleln mijn ouders ook altijd leuke en positieve dingen over mij tegenover anderen, al vind ik het zelf wel niet altijd zo plezant. Oké, een complimentje hier en daar van wat ik nog wel kan of juist extra doe, vind ik niet slecht, maar niet als het een gans gesprek zo gaat want dan voel ik me daar zelf helemaal niet lekker bij … De mindere kantjes mogen er ook bij vermeldt worden, dan voelt het voor mij althans realistischer aan, want ik ben echt God niet bij wijze van spreken.

  12. Grappig voorbeeldje, over je ouders. Dan kun je je zo opgelaten voelen hè.
    En over wat je verder schreef…
    Eigenlijk zou ik het heel simpel kunnen samenvatten, mijn idee bedoel ik.
    Waar het om gaat is dat mensen elkaar zien als mens. En niet als handicap, beperking of wat ook. Jij bent Kim, een mens. Je hebt een handicap maar je bént je handicap niet.
    Het wordt soms door anderen, en vergeet niet ook door onszelf, teveel op de voorgrond geschoven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.