Gedachten over liefde

De wereld is vol van liefde … en van haat. Vooropgesteld moet worden dat deze polariteiten bij elkaar horen en zonder de eigen tegenpool niet kunnen bestaan. Het is met liefde niet anders dan met alle menselijk leven:
er kan pas iets ontstaan, gebeuren, worden, groeien, in het bipolaire spanningsveld, dat aantrekt en afstoot, dat streeft naar (…) en zich angstig terugtrekt, dat wil en tegelijk ook niet wil. Een sprekend gezegde is: De liefde is niet alleen lief. Wij allen herbergen gemengde gevoelens voor elkaar.
ballon als hart
Nog iets anders wil ik vooropstellen. Er is ook een bipolair spanningsveld tussen het verlangen en streven naar persoonlijke Waarheidsvinding en anderzijds de angst daarvoor en de afweer daarvan. Als de afweerreacties te sterk zijn of worden, wordt op elk nieuwgevonden stukje persoonlijke Waarheid met ontkenning gereageerd. Elk bedreigend inzicht moet dan geëlimineerd worden. Dat gebeurt door rationalisaties, zwart-witte rechttoe rechtaan redeneringen waarin geen ruimte overblijft voor welke nuance dan ook en door alle religieuze dogmata. Mensen hebben in principe behoefte aan houvast, aan een bij de eigen persoonlijkheid passend wereld- en godsbeeld. Naarmate het angstniveau waarmee ze leven hoger ligt, zal dit steeds duidelijker op de voorgrond komen. Als een voorlopig beeld of een voorlopige visie redelijk passend lijkt, wordt dit/deze onder invloed van de angst voor en de afweer van onzekerheid en onduidelijkheid gefixeerd in de eigen persoonlijkheid. Vaak is er dan geen bijstellen of veranderen meer aan. En geen redelijk argument heeft daar dan nog invloed op.

Dit fenomeen komt duidelijk naar voren in gefixeerde religieuze en politieke overtuigingen. Altijd is het de angst voor het meerdere, het onbekende, het nieuwe die elke ontwikkeling in de kiem smoren zal, waardoor dreigende persoonlijke groei al gauw tot stilstand moet komen.

Kind-ouderrelaties

Dit proces speelt een hoofdrol in veel verstoorde kind-ouderrelaties. Het kind groeit (een stukje) door waar bij de ouders de blokkerende angst al toeslaat en weg is elke communicatiemogelijkheid. Het kind voelt zich niet begrepen, miskend vaak, en in feite wordt ook de ouder niet begrepen en niet gekend.

Metacommunicatie

Wat is het moeilijk om een willekeurige blokkerende inhoudelijke communicatie te brengen op het niveau van elkaar te spreken over hoe het onderlinge gesprek verloopt, hoe dit patroon beleefd wordt en wat de redenen en achtergronden van zowel patroon als beleving zijn. Hoeveel eerder stokt alle gesprek al door wederzijds gevoel van miskenning en onbegrip. Er is meestal maar een beetje angst nodig om de noodzakelijke metacommunicatie al sowieso uit de weg te moeten gaan, móéten, gewoon uit persoonlijkheidsbehoud. Wat is er veiliger dan het gewoon door blijven gaan op gebaande wegen? Als dat het streven is, wordt de buitenwereld één grote bedreiging en wordt daarin slechts plaats ingeruimd voor gelijkgezinden. Religieuze en politieke groepen zijn dan ideale angstdempers, waaraan heel wat persoonlijke ontwikkeling wordt opgeofferd, een opoffering die veel mensen van jongs af door hun eigen ouders is aangeleerd. Al die mensen leerden de weg van de minste weerstand kiezen, de weg van vasthouden aan wat je geleerd is, van uit de weg gaan wat nieuw en onbekend is, desnoods van een breuk met je eigen kinderen als die zich niet ook willen schikken. Er wordt nog altijd gedreigd met: “Als jij niet … dan ben jij mijn kind niet meer!” Alsof die optie zou bestaan…
Belerend mannetje

Liefde leren

Het brengt mij terug bij de liefde. Liefde leer je niet zoals je feiten leert, rekenen of geschiedenis. Liefde leer je om te beginnen door wat je van jongs af aan van je ouders hebt ervaren. Ervoer je daar liefde, dan pas kun je liefde leren. Ervoer je die liefde niet, maar trad daar afwijzing, miskenning, ontwijking voor in de plaats, dan mis je de eerste grote stap op de weg van de liefde. Soms maakte een oma of een buurman iets goed van dat primaire tekort en dan is elk stukje erkenning, gekend zijn, acceptatie en waardering al goud waard. Maar als die compensatie ook niet gevonden werd, komt er alweer een generatie van ontwijking aan, van uit de weg gaan van de werkelijke vragen en van wezenlijk contact, van vluchten in schijnzekerheden en dogmata die vaak levenslang niet persoonlijk ervaren kunnen worden. Het is vervolgens logisch dat wie zich de eigen groei en ontwikkeling niet toestaat, zal proberen angst oproepende zelfrealisatie ook bij anderen, bij eigen kinderen, te blokkeren.

Liefde en haat

Liefde leer je dus van jongs af aan, liefde en haat. Want elke ouder kent het gedrag van het eigen kind dat niet gewenst is, dat gehaat wordt. Als de liefde nu maar niet slechts lief is. Want als de haat in de liefde geen ruimte vindt, zal ook de liefde zelf daaronder lijden. Wat is het belangrijk dat ouders hun grenzen geven en van hun kinderen verlangen die te respecteren en zich daaraan te houden en dat die kinderen tegelijk de basis van liefde onder die grenzen ervaren en weten en voelen dat ze uiteindelijk stapje na stapje steeds meer tot eigen keuzes en beslissingen zullen mogen en moeten komen en dat zij daarin, hoe die keuzes ook uitvallen, zullen worden gerespecteerd en wellicht gewaardeerd. Dat ouders die hun kinderen onderuit zien gaan niet verwijten en met “eigen schuld, dikke bult” strooien, maar er voor hun kinderen zijn, er alleen maar liefdevol zijn, zich bewust van de trajecten van zoeken en struikelen op de eigen weg.

Ik heb de indruk dat velen alle wezenlijke communicatie met hun ouders verloren op basis van gebrek aan ruimte bij die ouders, gebrek aan acceptatie van het nieuwe, het vreemde, gebrek aan het geleidelijk laten van de verantwoordelijkheden hierin bij de nieuwe generatie zelf, zonder verwijten, ook als het eens misloopt. Waar mensen te vroeg het wezenlijke contact met hun ouders verliezen, heeft dat vaak effect op alle andere contacten. Er ontstaat een neiging tot en een hang naar oppervlakkigheid vanuit het (vroege) ervaren dat het gesprek over wat er echt in jezelf omgaat slechts resulteert in afwijzing, conflicten en verwijdering.

Dan komt de puberteit en komen de verliefdheden. Verliefdheid is geen liefde. Verliefdheid vermoedt en ziet en vindt alle persoonlijk gemis in de persoon van de geliefde. Verliefdheid lost de moeizame trekken van de eigen persoonlijkheid schijnbaar op door het ideale zelfbeeld te koppelen aan de persoon van die ander, alsof in de koppeling van deze twee de eigen problemen als vanzelf zouden wegsmelten. Maar natuurlijk is dat niet (blijvend) zo. Wie niet leerde met zichzelf in evenwicht te zijn, zal de gewenste balans ook niet in een relatie vinden. Hier ligt een misvatting, waarin velen toch menen dat de geliefde persoonlijk evenwicht zou kunnen brengen. Een relatie kan echter niet meer zijn dan een extraatje op het eigen in balans functioneren. Het kan het evenwicht misschien wat stimuleren, maar niet bewerkstelligen.
verliefd mannetje met bloem

Ook in een liefdesrelatie kan het patroon, waarin je je diepste zijn verstopt om daarmee kwetsing te voorkomen, zich continueren. Als je van huis uit gewend bent dat je eigen ik, dat wat je zelf wilt, wordt miskend of zelfs afgekraakt, hoeft datzelfde in een liefdesrelatie maar één of een paar keer te gebeuren en het ik zal zich ook in deze relatie indekken, afschermen en verstoppen. Heel snel gebeurt dat in een relatiepatroon waarin de één een soort macht verlangt over de ander, waarin de partners misschien zelfs elk van de ander verlangen dat aan de eigen projecties voldaan wordt en aan de eigen wensen tegemoetgekomen. Dit mechanisme heeft niets met liefde te maken. Soms is het meer het continueren van wat de ouders deden toen ze hun projecties en idealen niet in hun kinderen verwezenlijkt zagen. Dat de afscherming die het gevolg is, alle diepere dimensies van de liefde buitensluit en slechts kan leiden tot oppervlakkigheid, moge duidelijk zijn.

Wat is liefde dan wel? Liefde bestaat slechts in samenspel met de tegenpool agressie oftewel haat. Dat agressieve deel krijgt helaas al snel een negatief etiket en wordt vervolgens buitengesloten en ontkend. Als de agressie geen ruimte meer krijgt, vervlakt ook het gevoel van liefde. Of beide krachten vinden ruimte, óf beide raken ingesloten en verstikken voor een deel. In een liefdesrelatie hoort meestal ook de strijd om de macht gestreden te worden. De partners moeten ieder voor zich en samen een evenwicht vinden, waarin de eigen individualiteit en die van de ander optimaal tot z’n recht komen, over en weer.
Dat impliceert dat je aanpassen aan de ander, volgzaam zijn, toegeven en de minste zijn alle eventueel aanwezige liefde op den duur zal doen verkillen. Pas als er ruimte is om te botsen, als de strijd om de macht werkelijk gestreden wordt, zal er ruimte zijn voor liefde, voor geven van jezelf, met alle plussen en minnen. Dan zal er ruimte zijn jezelf te delen, zonder jezelf te verliezen. Dan hoef je jezelf niet te verloochenen om relatie te kunnen hebben, dan laat je jezelf gelden om jezelf recht te doen. Pas als je jezelf recht doet, is er ruimte ook de ander echt recht te doen. Pas als je jezelf niet (meer) wegcijfert, heb je echt plek voor de ander. Dat is een paradox van de liefde. Van wie zichzelf niet liefheeft, heeft de ander niet veel te verwachten. En al lijkt dat allemaal vanzelfsprekend, er zijn nog veel relaties waarin de één de macht heeft en de ander zich schikt.
Liefde is complex. Het is niet slechts het aan de ander doen wat je voor jezelf wenst. Het is ook de ander láten doen wat je zelf verlangt en nodig hebt. Dat impliceert het besef dat mensen verschillend zijn en ook in een liefdesrelatie verschillende verlangens hebben. Liefde kan ruimte scheppen om die verlangens te communiceren, om erin te botsen, strijd te leveren en langzaamaan een evenwicht te creëren waarin beide partners tot hun recht gaan komen. Dat is soms een moeilijk proces, een weg met hobbels. Gibran schreef al dat de liefde kroont, maar evenzeer kruist. Dat zij dient tot groei, maar ook snoeit. Dat zij je teerste takken streelt én rukt aan het houvast van je wortels. Dat ze je kneedt tot je buigzaam bent.*) Zo kan de liefde uiteindelijk de wonden die eerder op de levensweg geslagen werden, helpen helen. Zo blijkt liefde de energie die schijnbaar ommuurde mensen, ondanks het angstniveau vanuit die opgelopen wonden, opnieuw of alsnog kan doen openbloeien om te zijn, voor zichzelf en voor de ander.

*) Kahlil Gibran, De profeet.

Lees meer over Angst of … liefde

Bron

Gepubliceerd op
Gecategoriseerd als Liefde