Blinden en zienden

Hoe ziet de blinde de ziende?

Inleiding op het congres ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de Vereniging het Nederlands Blinden en Slechtzienden Wezen (kortweg: VNBW) waarin de beeldvorming centraal stond. Wat is het beeld van de blinde?

Welk beeld heeft de blinde van de ziende

"Hoe ziet de blinde de ziende? Wat een vraag. Eerlijk gezegd is dit geen onderwerp waar ik dagelijks over nadenk. Ik heb hier met andere blinden en slechtzienden over gepraat, maar het is echt waar, de ziende bestaat niet, net zo min als de blinde trouwens. Ik kan deze vraag dus alleen maar vanuit mijn eigen gezichtspunt beantwoorden, aangevuld met opmerkingen van anderen.

Bij de eerste kennismaking geeft een ziende mij vaak het gevoel of ik tot een bijzondere diersoort behoor. Gelukkig verloopt de communicatie meestal goed, zodat we gauw toe zijn aan de vragen top 10. ‘Aha, ze kan praten,’ hoor ik dan denken. Afhankelijk van de situatie waarin je iemand ontmoet zijn er variaties in deze vragen top 10. Op een feestje gaat het anders dan in de trein, overigens een uitstekende plaats voor het geven van inlichtingen.
Het gaat altijd ongeveer zo:

Vraagtekens

1. Is dat een echte geleidehond?
2. Hebt u die allang?
3. Mag ik hem aaien? Smiley zegt tegen hond: roll over en aait hem
4. Weet hij nou overal de weg?
5. Ziet u helemaal niks?
6. Ziet u ook geen kleuren?
7. U werkt zeker op een blindeninstituut?
8. Bent u getrouwd? O hebt u ook kinderen?
9. Woont u in een aangepast huis?
10. Mag ik wel zeggen ’tot ziens’ enzo?

Tot gauw
Ik heb weleens overwogen om foldertjes uit te delen over wat een geleidehond wel en niet kan. Dan was ik van die vragen alvast af.

Bewijzen

Is dit nu erg, nee, ik vind van niet. Meestal wennen mensen redelijk snel aan mij, Maar onderhuids blijven toch vaak stekeltjes zitten. Zo moet je je steeds opnieuw bewijzen. Of het nu om een andere baan, vrijwilligerswerk of bij nieuwe kennissen is. Het duurt even voor je voor vol wordt aangezien en het spijt me dat ik dit in dit gezelschap moet zeggen, hoe hoger de opleiding hoe langer dit duurt.
Dienstverleners maken hierop zeker geen uitzondering in tegendeel zelfs. Zouden ze bang zijn voor broodroof? Soms denk je dat het gelukt is, dat je helemaal geaccepteerd bent, maar dan opeens vaak door een kleine opmerking, word je even keurig op je plaats teruggezet. Je wijkt af van de norm, je hoort tot een minderheidsgroep.

Discriminatie

Is dit discriminatie? Ja.
Ik zie dezelfde reacties van mensen tegenover mijn buitenlandse vrienden. Het verschil is dat zij zich, als ze het merken, gekwetst voelen. Ik meestal niet, al is het wel een vreemd gevoel als je ergens gaat zitten en de plaatsen links en rechts van je blijven leeg. Zou ik soms toch besmettelijk zijn? Nee ik verbeeld het me niet, het is mijn kinderen ook wel eens opgevallen.

Meisje met teddybeer

Ja, die Kinderen. De mijne werden goed in de gaten gehouden. Vooral of ze er wel netjes en schoon uitzagen.
Ze mochten van mij niet met gaten in hun spijkerbroek naar school, ook al liep de halve klas ermee. Ik hoorde de moeders al fluisteren: och ja, die moeder is blind, geen wonder. Natuurlijk zou ik me daar niets van aan moeten trekken. Jammer genoeg kon ik dat niet. Moet je je dan gedragen als een ziende? Ik heb van andere blinden gehoord dat zij op school leerden dat dit inderdaad moest. Misschien heb ik niet goed opgelet, ik kan me dat van mijn schooltijd niet herinneren. Wel ken ik blinden die het als het belangrijkste doel in hun leven zien om een relatie met een ziende partner te hebben. Dat begrijp ik niet. Natuurlijk is dat gemakkelijk. een auto, samen op vakantie, geen boodschappen? en voorleesproblemen. Maar ik denk toch dat een goede relatie bestaat uit wederzijdse liefde en respect en het is denk ik niet eerlijk tegenover je partner hem of haar te beschouwen als je persoonlijke assistent.

Hoe kijk ik tegen zienden aan?

Als gewone mensen, al moet ik vaak wel om ze lachen. Ik kan er de humor wel van inzien als mensen staan te schutteren omdat ze niet weten hoe ze mij een hand moeten geven, of in een winkel mijn hand amper durven aanraken bij het teruggeven van het wisselgeld. Ook de verbazing van andere zienden die dit opvalt is vermakelijk. Inwendig kan ik lachen om de arts in het ziekenhuis die zegt: gaat u daar maar liggen en moet ik u helpen aankleden, net of hij ’s morgens ook naast mijn bed staat, om de man bij de trein die angstig tegen mij riep ‘staan blijven’ en mij vervolgens in zijn armen nam en mij de trein uittilde. Iedere blinde kan een aardig boekje met dit soort grappen vullen.

Nog eentje. Blinde man in taxi. De chauffeur vraagt: hoe lang bent u al blind? Man, chagrijnig, gaat u niks aan. Stilte. Op een gegeven ogenblik zegt de blinde: zijn we er bijna? Gaat u niks aan, zegt de chauffeur. Ze hebben er samen om gelachen.

Toch zijn er gelegenheden waarbij blinden zich extra blind voelen: feestjes met harde muziek, dan ben je nog doof ook, recepties waar je weinig mensen kent en toch naar toe moet, hoe vind ik iemand terug, en misschien nog wel het ergste een formele gelegenheid met een lopend buffet. Heel ingewikkeld, in de drukte lopen met een wiebelend plastic bordje en bestek in je ene hand en hond of stok in de andere. Ho, waar is mijn begeleider gebleven. Boos, wordt rood

Heel soms word ik een beetje chaggerijnig als ik voor de zoveelste keer moet fungeren als live voorlichtingsfilm.
Ik weet zeker dat dit nooit ophoud. Ik heb me daar mee verzoend. Voorlichtingsfilms en projecten zoals de dialoog in het donker zijn zeker nuttig, maar iemand is alleen maar gevoelig voor deze voorlichting als er een blinde zijn pad kruist, niet eerder. Wat mij met name bij de dialoog verbaasde was dat er zoveel dienstverleners ook eens kwamen kijken hoe dat nu is als je blind bent. En ik maar denken dat die dat allang wisten….
Man respect

Sommige zienden zijn onverbeterlijk. Die blijven maar over je tuttelen, blijven zeggen dat ze het toch zo knap vinden wat je doet. Ha, je zou het haast gaan geloven. Gevoel voor humor behoedt mij voor de verbittering die ik bij anderen wel eens aantref. Misschien is dit voor mij gemakkelijker omdat ik als vroegblinde er langzaam aan heb kunnen wennen. Ik ben niet in het gat gevallen van het opeens gaan horen tot een minderheidsgroep. Ik ben er langzaam in gegleden en dat geeft veel minder blauwe plekken al zijn ze er ook.

Soms zijn zienden ontroerend. De bouwvakker bijvoorbeeld die van zijn steiger afklom om mij te helpen. "Ziet u helemaal niks, verdomme da’s beroerd zeg.’ bouwvakkertje De fietser die bij een stoplicht zonder tikker voorbij fietst en roept: groen. De hand op je schouder bij een drukke oversteek: kan ik u helpen? De junk die mij waarschuwt dat mijn tas openstaat, ‘ze kunnen er zo in graaien. Ik heb het al gezegd, ik kan niet spreken voor de blinde omdat die niet bestaat, hoe je je blindheid ervaart hangt af van je persoonlijkheid. Ik hoop maar dat mensen die mij kennen mij eerst zien als mens en daarna rekening willen houden met mijn handicap, dan zou ik al heel tevreden zijn."

Alwine Hardus.
Verschenen in Mensenleven 17 December 1997

Project Blind en beeld

Het project Blind en Beeld bestaat uit sessies met 30 blinden. Sommigen hebben nooit, sommigen hebben ooit gezien. Zij praten over hun beeld bij beeld en ze delen het beeld dat de ziende moet zien.
Dit, aangevuld met observaties van mensen die vanuit hun beroep geconfronteerd worden met blinden, leidt tot een boek. Naast interviews en foto’s bevat dit tevens een katern in braille.

Onze maatschappij is steeds meer beeldgericht: we werken en communiceren via iconen, tekstberichten en emoticons – ons netvlies draait overuren. Maar stel, je kunt al dat beeldmateriaal niet aanschouwen, je bent blind. Hoe ziet je leven – zonder selfies, billboardreclame of vergezichten – er dan uit en mis je veel? Of is het juist een verrijking dat je verstoken blijft van al die beeldprikkels? Wie is letterlijk kortzichtig?

Christophe Vroom, auteur en fotograaf, gaat in BLIND & BEELD op zoek naar antwoorden op deze vragen. Aan de hand van interviews met sterk uiteenlopende en vaak eigenzinnige gesprekpartners verkent hij de wereld van blinden, met als insteek hun perceptie van beeld. Hij vraagt hun ook een beeld te bedenken dat hij fotografisch vastlegt. Het levert verrassende gesprekken op, soms ontroerend, dan weer confronterend, waarbij de lezer meer dan eens op het verkeerde been wordt gezet. De interviews in combinatie met het gemaakte beeldmateriaal zijn met recht een eyeopener!