Breinbreker
Laatst hoorde ik een raadsel dat ik wel grappig vond. Ik kom er zelf niet uit en vraag me af of ik niet iets heel simpels over het hoofd zie… Wie weet raad? :wink:
Drie mannen gaan gezamenlijk ergens een hapje eten. Naderhand moeten ze 30 euro afrekenen. De serveerster hoort in de keuken dat het goedkoper is en dat de rekening 25 euro bedraagt. Ze houdt 2 euro zelf en geeft de overige 3 terug aan de mannen.

Feitelijk hoefden zij dus ieder slechts 9 euro af te rekenen. Maar 3 keer 9 euro maakt 27, plus de 2 die de serveerster in d’r eigen zak hield is in totaal 29 euro. Wie is er met die ene euro vandoor?

Rekenen niet je sterkste kant? Maar taal toch wel? Hier wordt een leugen verteld want feitelijk hoefden zij dus ieder niet 9 euro maar (25+3)/3=9,3333 betalen. Tezamen dus 28 euro plus de achtergehouden 2 euro maakt in totaal weer 30,=
Zin om uit eten te gaan?
Ik dacht eigenlijk dat zij 25 euro gedeeld door 3 moesten betalen, maar dat zij in feite ook de 2 euro aan de serveerster (onbedoeld) hebben betaald, dus dat is 25 plus 2 is 27. En die 3 die er overblijven kregen ze terug.
Gelukkig heb ik 11 vingers zodat ik het uit kan rekenen :P
Ja Henk, aan mijn linkerhand tel ik ook de vingers 1, 2, 3, 4 en 5 en aan mijn rechterhand 10, 9, 8, 7 en 6. 5 + 6 = 11.
Als we die 30 nu eens even ter zijde schuiven. Dat was een foutje.
De mannen kregen elk 1 euro terug. Ieder betaalde dus 9 euro. Maal 3 is 27 euro. Min 2 voor de serveerster, blijft over 25 euro die verschuldigd was voor de maaltijd.
27 plus 2 is 29. Maar dat is niet aan de orde. Het is 27 min 2.