Toon Hermans – Het al
Ik ben de zon, de maan, ik ben de regen,
‘k ben onbeschrijfelijk, niet te meten noch te wegen.
Ik ben rivieren, ik ben zeeën, bliksem, donder,
ik ben de kleine mens, maar wèl het grote wonder.
Ik ben het water en de vruchten en het koren,
het leven dat uit alle leven wordt geboren.
Ik ben het allemaal – de wijze en de zot
en in mijn kleinheid schuilt iets van een Grote God.
Toon had ’n kinderlijke manier van dingen benoemen en was daarom misschien zo ontroerend.
Kim, ik ben de taart kwijt! Jij hebt ‘m van Karakterman gekregen; naar wie heb jij hem gegooid?
Ja dat logje is alweer pleite. Ik stuurde hem naar Frank
Mooi gedicht van Toon.
De eenvoud waarmee hij zoveel kon zeggen…….