Devotie- en bidprentjes

Op de site Stadsmuseum Tilburg (bestaat inmiddels niet meer) kwam ik een linkje tegen over bidprentjes. Ik was nieuwsgierig en trof er veel informatie aan.
Als u katholiek werd opgevoed, herinnert u het zich misschien zelf nog: ’s avonds bij het bidden van het rozenhoedje werd de klep van een (sigaren)kistje opengezet en werd er voor allen gebeden ‘die in het kistje lagen.’ De bidprentjes van de laatst overledenen werden bovenop de oude gelegd. De hele familie zat als het ware in dat kistje. Overgrootouders, betovergrootouders… Herdenken, gedenken, bidden voor de dierbaren en de bidprentjes vormden hiervoor de basis.

Bidprentjes

“Er wordt verondersteld dat de geboorte van het bidprentje plaats vond in Holland in de periode 1600-1650 in het milieu van de ‘klopjes’.
Klopjes waren ongehuwde kwezels, die zich verplicht hadden tot bepaalde geestelijke oefeningen. Verder waren zij, in dienst van de clerus, werkzaam als kosteres, of in de ziekenzorg. Zij gaven ook catechismusles aan kinderen. Zij leefden bij hun familie of in een gemeenschap van kwezels met aan het hoofd de ‘mater’.

Rond 1730 verschenen in Amsterdam de eerste gedrukte bidprentjes. Dan ook ter nagedachtenis aan gewone leken. Alle exemplaren die we kennen zijn tot rond 1790 van Amsterdamse herkomst. Er zijn echter uitzonderingen: Boxmeer (1772), Grave (1783), Venray (1781), Tilburg (1773).

Deze tentoonstelling geeft een overzicht van de ontwikkeling van het devotieprentje uit de 18de eeuw tot het bidprentje van nu: voorbeelden van de Antwerpse prentjes uit 1770 tot de eigen ontwerpen van deze tijd, de doodsiconografie, de fotoprentjes, de christelijke symboliek en de teksten die in de loop van de eeuwen gebruikt werden. Ook aspecten van veelal verloren geraakte tradities rondom overlijden en begraven worden getoond. Tenslotte wordt aandacht besteed aan twee ‘bijzondere’ overledenen: koning Willem II en Marietje Kessels.

Op www.openarch.nl kunt u op naam zoeken. Deze index bevat 2.155.372 historische persoonsvermeldingen.
Heeft u bidprentjes (of gedachtenisprentjes, of doodsprentjes) in uw eigen persoonlijke collectie? Ook deze kunnen eenvoudig gepubliceerd worden op Open Archieven! Voeg deze – de scans en de informatie – toe aan Open Archieven zodat ook andere onderzoekers hier profijt van hebben.

Rond 1800 werden doodshoofden, zeisen en andere figuren naast het kruis afgebeeld geheel in de stijl van de christelijke vanitas afbeeldingen. Deze afbeeldingen, die de vergankelijkheid van de mens weergeven, zien we terug in onder andere de liturgie van Aswoensdag: Memento, homo, quia pulvis es et in pulverem reverteris (= Bedenk, mens, dat gij stof zijt en tot stof zult wederkeren).

Eind 18e eeuw kregen de rijke gelovigen en priesters al een bidprentje. Na 1850 werd het uitgeven van prentjes voor overledenen ook voor andere groepen mensen betaalbaar. Dit kwam vooral doordat de grondstoffen en de druktechniek goedkoper werden.

In de beginperiode werden naast de naam van de overledene alleen de leeftijd, overlijdensdatum en plaats van overlijden op het prentje vermeld. Men voegde hier later meer gegevens aan toe, zoals: de begraafplaats, de geboortedatum en de geboorteplaats. Soms werden bij personen van enig aanzien de maatschappelijke functies en lidmaatschappen van maatschappelijke organisaties vermeld. Bij geestelijken en religieuzen werd vermeld waar en wanneer zij bepaalde functies hadden vervuld.

Bron

6 reacties

  1. Heel interessant te lezen hoe het prentje is ontstaan en de ontwikkeling ervan in de loop van de eeuwen.
    In mijn katholieke opvoeding ontbrak overigens het kistje en het rozenhoedje. Dat laatste gebeurde wel bij een vriendje thuis. Kwam ik daar op een bepaald uur op zondag om te spelen, moest ook ik op de knieën. Vreselijk!

  2. Wij deden thuis niet aan rozenkrans bidden.
    Bidprentjes waren er wel, genoeg, maar niet in een kistje.
    De bidprentjes zaten tussen de bladzijden van de kerkboeken.

  3. Dat van dat kistje ken ik niet, op zich wel een aardig idee om op die manier alle overledenen bij elkaar te bewaren (afgezien van het godsdienstige aspect).
    Van het bestaan van bidprentjes hoorde ik pas toen ik al een jaar of 20 was en verkering kreeg met een Limburger.

  4. Kennelijk is het lange tijd toch een plaats- of streekgebonden aangelegenheid geweest, die bidprentjes. Ik ken ze zelf zolang ik me kan herinneren. Maar vooral door de dood van mijn vriendin op mijn 12de. Het is iets dat ‘erbij hoort’.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Meer informatie over hoe uw reactiegegevens worden verwerkt.