EU-richtlijn webtoegankelijkheid; akkoord over toegankelijke websites en mobiele apps

Allereerste Eu-richtlijn webtoegankelijkheid

EU bereikt akkoord over toegankelijke websites en mobiele apps

Dinsdagavond 3 mei is in de Europese Unie een akkoord bereikt over de allereerste EU-richtlijn voor webtoegankelijkheid. Dat betekent dat online informatie en diensten van (semi-)overheidsinstellingen in heel Europa bruikbaar moeten worden voor iedereen. En dan met name mensen met een visuele, auditieve en motorische beperking. De richtlijn geldt niet alleen voor websites, maar ook voor apps. Nederland heeft als tijdelijk voorzitter van de EU de onderhandelingen geleid. De Oogvereniging en de MaculaVereniging hebben, in samenwerking met de European Blind Union (EBU) en het European Disability Forum (EDF) campagne gevoerd voor een goede richtlijn.

Computerscherm

Doorbraak

Walter van Opzeeland, themacoördinator Digitale toegankelijkheid bij de Oogvereniging, is blij met het resultaat. “Er is geluisterd naar onze inbreng en dat heeft ertoe geleid dat een aantal cruciale zaken voor blinde en slechtziende mensen is meegenomen. Dat de EU-richtlijn ook gaat gelden voor mobiele apps is een zeer belangrijke doorbraak. Verder is ook afgesproken dat intranets en extranets en pdf-documenten toegankelijk moeten zijn. Hier hebben we maandenlang voor gelobbyd.” Oogvereniging en Ebu pleiten voor betere richtlijn webtoegankelijkheid.

Vrouw achter pc

Mobiele app

Mobiele apps zijn cruciaal, juist voor mensen die blind of slechtziend zijn. Vooral omdat zij hun smartphone steeds vaker als hulpmiddel gebruiken. Walter van Opzeeland: “Deze wetgeving gaat er hopelijk toe bijdragen dat je straks beter informatie van publieke diensten op je smartphone kunt lezen, bijvoorbeeld bij het invullen van de Belastingaangifte. Maar denk ook aan apps voor openbaar vervoer en navigatie, die mensen met een visuele beperking extra helpen om zelfstandig hun weg te vinden.” Verder moeten pdf-documenten op overheidswebsites straks voor iedereen leesbaar zijn. Ook moet iedereen het intranet van zijn school of werkgever goed kunnen gebruiken. Voor de kansen op de arbeidsmarkt van mensen met een visuele beperking is dit onmisbaar.

is jouw app geschikt voor blinden en slechtzienden?

Het akkoord over de EU-richtlijn webtoegankelijkheid moet nog formeel bekrachtigd worden door het Europees parlement. Dat gebeurt naar verwachting later dit jaar. De EU-landen hebben vervolgens 21 maanden om de regels op te nemen in hun nationale wetgeving..

Over deze campagne

De campagne voor de EU-richtlijn webtoegankelijkheid is onderdeel van het project Digiwijs, waarin de Oogvereniging en de MaculaVereniging samenwerken voor een toegankelijke digitale samenleving voor blinde en slechtziende mensen. Het project wordt geleid door Walter van Opzeeland, Coördinator Digitale toegankelijkheid van de Oogvereniging. Voor vragen kunt u contact opnemen met de Ooglijn op T 030-2945444 of via de mail ooglijn@oogvereniging.nl

Bron: Oogvereniging
04 Mei 2016 Oogvereniging

Apps overheid nog nauwelijks toegankelijk

Belangenorganisaties voor mensen met een beperking, ouderen en mensen met een psychische kwetsbaarheid maken zich grote zorgen over de toegankelijkheid van overheidsapps. Slechts 1 van minstens 500 apps van de Nederlandse overheid is aantoonbaar toegankelijk voor mensen met een beperking. Dit blijkt uit onderzoek door Stichting Appt. Het gevolg is dat gebruikers met een beperking, een psychische kwetsbaarheid en ouderen een groot deel van de overheidsapps niet of niet goed kunnen gebruiken.

Vanaf 23 juni 2021 moeten alle apps van de overheid een toegankelijkheidsverklaring hebben, zo meldt Ieder(in) op haar website. Dit is vastgelegd in de wet Tijdelijk Besluit Digitale Toegankelijkheid. In de verklaring staat in welke mate de app toegankelijk is. Uit het onderzoek van Stichting Appt blijkt dat er 100 toegankelijkheidsverklaringen – meestal voor iOS en Android gezamenlijk – zijn opgenomen in het register met verklaringen. Van de overige apps is geen verklaring bekend en er is daardoor geen zicht op de status van toegankelijkheid.

Het onderzoek schat het aantal overheidsapps op minimaal 500. Van de 100 apps met een verklaring is er één volledig toegankelijk. Dat is de Berichtenbox App en dat geldt dan alleen voor de iOS-versie. 21 apps voldoen gedeeltelijk, waaronder de CoronaMelderApp. Slecht scorende apps zijn bijvoorbeeld de gemeentelijke afvalwijzerapps. Het merendeel daarvan is niet toegankelijk. Ook is niet elke overheidsapp in zowel Android en iOS beschikbaar.

Zorgelijke uitkomst

Illya Soffer, directeur van Ieder(in) namens het GebruikersNetwerk Digitale Inclusie: “Ongelofelijk dat de overheid zo achterloopt, terwijl digitale toegankelijkheid het verschil kan maken tussen wel of niet zelfstandig kunnen meedoen. Dat er in sommige gevallen ook geen toegankelijke alternatieven beschikbaar zijn, is niet acceptabel. Dat zorgt voor uitsluiting.” Het toegankelijk maken van een app is geen gunst of extraatje, het is noodzakelijk. Soffer: “Het VN-verdrag Handicap is hier heel helder over: toegankelijke informatie is een mensenrecht.”

Gemiste kansen

De mobiele telefoon is voor veel mensen met een beperking essentieel om zelfstandig door het leven te gaan. Zo maken diverse NS-apps het voor een blind iemand mogelijk zelfstandig te reizen. En voor sommige apps is geen alternatief in de vorm van bijvoorbeeld een website beschikbaar, zoals de CoronaMelderApp.

Mobiele telefoons hebben hulpmiddelen en instellingen die een app toegankelijk maken. Maar de ontwikkelaar moet dan wel zorgen dat de app ook daadwerkelijk werkt met deze toegankelijkheidsopties. Denk aan een schermlezer voor blinden en laaggeletterden, stembediening voor mensen met een beperkte handfunctie, een donkere modus voor iemand met niet aangeboren hersenletsel en ondertiteling voor iemand die doof is.

Soffer: “Inclusief ontwerpen moet de standaard worden. Dat betekent ook dat ervaringsdeskundigen bij het ontwerpen en bouwen van een app betrokken worden. Hierdoor worden apps voor iedereen toegankelijk en gebruiksvriendelijk.”

Bron: Voorste kamer, 25 juni 2021